Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen kwamen zij nader, en spraken voor den koning van het gebod des konings: Hebt gij niet een gebod getekend, dat alle man, die in dertig dagen van enigen god of mens [iets] verzoeken zou, behalve van u, o koning! in den kuil der leeuwen zou geworpen worden? De koning antwoordde en zeide: [34]Het is een vaste rede, naar de wet der Meden en Perzen, die niet mag wederroepen worden. 34. De zaak is waar, het is een zekere en vaste zaak. Zij hadden den koning verstrikt eer hij wist of merkte dat het hun om Daniel te doen was.